Broeders en Zusters,
“Zie het Hart dat de mensen zozeer heeft liefgehad!” Deze woorden sprak Jezus aan de visitatiezuster Marguerite Marie Alacoque, wanneer Hij haar de diepten openbaarde die te vinden zijn in Zijn Heilig Hart. Wij zijn nu in de maand van het Heilig Hart, en dan nog in de noveen voor het Hoogfeest van het Heilig Hart van Jezus, dat wij volgende vrijdag zullen vieren, en ik hoop dat het goed voor u is dat ik eventjes bij dit mysterie verblijf.
Het Heilig Hart is een devotie waarover men veel heeft gehoord, in kerken is er vaak een beeld van Jezus die Zijn Hart toont, en als kind was ik gefascineerd door de gedachte aan Jezus’ Hart en aan Maria’s Hart, hun harten doorboord, de ene door doornen, en de andere door een zwaard, het resoneerde in mij, omdat mijn hart ook was doorboord, niet door doornen en zwaarden, maar door een aangeboren ziekte, en dit was een begin van het peilen naar de diepten van de geheimen die hun oorsprong vinden in Zijn Goddelijk Hart. Want het Hart is het centrum van een persoon, en door Zijn Hart te tonen aan Marguerite Marie, wilt Hij een stuk van zichzelf laten kennen door ons. Want zoals Hij zegt in het Evangelie:
“Maar gij, wie zegt gij dat Ik ben?” De vraag naar de identiteit van Jezus. Wie kent een mens, en dan nog de Mens-God Jezus Christus? Wanneer Jezus zich voorstelt als de Goede Herder in het Johannesevangelie, zegt Hij: “Ik ben de Goede Herder, ik ken mijn schapen, en mijn schapen kennen Mij.” En als wij waarlijk leerlingen van Christus zijn dan kennen wij Hem, en wij kunnen dan antwoorden op de vraag wie Hij is. Laat ons dan even deze vraag stellen: Wie is Jezus voor mij? Wij kunnen gemakkelijk antwoorden met de woorden van de geloofsbelijdenis: “Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon, geboren uit de Maagd Maria, geleden onder Pontius Pilatus, gestorven en verrezen uit de doden etc.” Maar wie is Hij nu in mijn leven, in uw en in uw leven? Niet alleen dogmatische stellingen of sentimentele woorden. Maar wie is Jezus?
Deze overweging kan ons dan brengen naar een moment van nederigheid, waarin men ziet hoever men verwijderd is van het ideaal in de vriendschap met God, en zoals de eerste lezing aanhaalt: “In die dagen zal Ik [de Heer God van Israël] over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem een geest van welwillendheid en gebed uitstorten, zodat zij zullen opzien naar Hem die zij doorstoken hebben.” En deze profetie leest men ook tijdens het Hoogfeest van het Heilig Hart, omdat het verwijst naar de Kruisiging, en het moment na de dood van Jezus, wanneer de soldaat Hem met een lans doorsteekt om te zien of Hij effectief dood is. Wij zullen naar Hem opzien die wij doorstoken hebben, en uit dat Hart zien vloeien stromen van bloed en water.
Jezus zegt eerlijk aan zijn leerlingen, dat Hem volgen geen gemakkelijke zaak is, Hij die de Meester is, is door de religieuze leiders van Zijn tijd verketterd en ter dood veroordeeld, en zo Zijn volgelingen: “die moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en door elke dag opnieuw zijn kruis op te nemen. Want wie zijn leven wil redden zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het redden.”
Jezus volgen betekent niet dat men niet meer struikelt, wij zullen Hem volgen met vallen en opstaan. Maar van belang is wel het opstaan, blijven kijken naar Zijn Hart, brandend van vuur van Liefde, en verder gaan. Hij heeft ons verlost, en dat kan men niet zo gemakkelijk verliezen, want anders was het geen echte verlossing. Maar door naar Hem te kijken, Zijn Hart te beschouwen leren wij wie Hij is. Zijn goedheid en Barmhartigheid is de oorsprong van alles wat bestaat, en het is door die liefde dat alles in stand wordt gehouden.
Wie is Jezus Christus? Volstaan woorden nog om het uit te leggen? Als woorden niet genoeg zijn laat dan de taal van stilte, in liefdevolle aandacht opkijken naar dat Hart dat de mensen zozeer heeft liefgehad.