(Vilnius, 1 september 1835 – Wadowice, 15 november 1907)
Jozef Kalinowski werd geboren op 1 september 1835 in Vilnius, als tweede zoon van Andrei Kalinowski, behorend tot een adellijke familie en assistent superintendent professor in de wiskunde aan het plaatselijke Instytut Szlachecki. Zijn moeder, Josephine Połońska, stierf een paar maanden na zijn geboorte. Op het moment dat hij werd geboren, stond het gebied bekend als een Russische partitie, hoewel het vroeger deel uitmaakte van het Pools-Litouwse Gemenebest.
Hij volgde met zeer goede resultaten les aan het Instytut Szlachecki, maar omdat de Russen de mogelijkheden voor hoger onderwijs in het Pools-LItouwse gebied strikt beperkten, vervoegde hij in 1853 het keizerlijke Russische leger en volgde hij les aan de Mikołajewska Szkoła Inżynierii te St.-Petersburg. Het leger promoveerde hem tot tweede luitenant in 1856. In 1857 werkte hij als universitair hoofddocent wiskunde en van 1858-1860 hielp hij als ingenieur bij het ontwerpen van de spoorweg Odessa-Kiev-Kursk.
In 1862 promoveerde hij tot kapitein het Keizerlijke Russische leger en werd hij gestationeerd in Brest, Wit-Rusland.
Toen in 1863 in Warschau echter de grote Januari-opstand uitbrak, nam hij ontslag. Hij vervoegde de Voorlopige Poolse Regering en werd er minister van defensie voor de regio Vilnius. Hij besloot nooit iemand ter dood te veroordelen of een gevangene te executeren. Na het mislukken van de opstand veroordeelde de Russische gouverneur van Vilnius hem als gedeserteerde Russische officier ter dood. Men wilde geen Poolse martelaar van hem maken en daarom werd de straf in 1864 omgezet in 10 jaar dwangarbeid. Met lotgenoten moest hij gedeeltelijk te voet, gedeeltelijk per schip naar Siberië om er te werken in de zoutmijnen. Te midden van die barre ellende kwam daar, zoals hij later zelf schreef, zijn bekering tot God. Reeds daar toonde hij zijn grote zorg om de medemens en werd een spirituele leider van vele gevangenen. Na zijn strafperiode werd hij in 1873 verbannen.
Een korte periode was hij huisleraar van de aan tuberculose lijdende zoon van een Poolse edelman, de jonge prins Augustus Czartoryski. In deze functie reisde hij met zijn pupil naar verschillende sanatoria in Europa en verbleef hij enige jaren in Parijs. Daar hielp hij Poolse ballingen, die na de Januari-opstand van 1863 hun vaderland waren ontvlucht. Jozef Kalinowski was van grote invloed op de jongeman die later priester Salesiaan werd en in 2004 zalig werd verklaard door paus Johannes Paulus II.
In 1877 trad Kalinowski in bij de Karmelieten in Linz, en nam hij de religieuze naam broeder Rafael van St. Jozef aan. De naam “van St. Jozef” had niets te maken met zijn geboortenaam; het was gebruikelijk dat veel Karmelieten deze naam aannamen, naar het “Klooster van St. Jozef” gesticht door Teresa van Avila, mede-oprichtster van de Orde der Ongeschoeide Karmelieten.
Kalinowski werd in 1882 door bisschop Albin Dunajewski tot priester gewijd in Czerna en in 1883 werd hij er prior van het karmelieten-klooster. Hij offerde zijn leven voor de bekering van Rusland. Kalinowski werd uiteindelijk provinciaal voor de Poolse provincie van de Karmelieten. Zijn vele verdiensten gelden niet alleen de Karmel: als zielzorger, maar vooral als biechtvader was hij voor zeer velen een geestelijk leidsman.
Hij richtte meerdere katholieke organisaties en kloosters op in Polen en Oekraïne. In 1884 stichtte hij een klooster van Ongeschoeide Karmelietessen in Przemyśl en in 1888 een in Lvov.
Van 1892 tot het einde van zijn leven werkte Kalinowski aan het documenteren van leven en werk van Moeder Theresa Marchocka, een 17e-eeuwse Ongeschoeide Karmelietes, om te helpen bij haar zaligverklaring.
Kalinowski stierf in 1907 in Wadowice aan tuberculose. Veertien jaar later werd Karol Wojtyła, later bekend als paus Johannes Paulus II, in dezelfde stad geboren. Deze verklaarde Kalinowski in 1983 in Krakau voor een menigte van meer dan twee miljoen mensen, zalig.Op 17 november 1991 verklaarde paus Johannes Paulus II in de Sint-Pietersbasiliek zijn jeugdheld heilig. Rafaeł was de eerste broeder in de Orde van de Ongeschoeide Karmelieten die heilig werd verklaard sinds mede-oprichter Jan van het Kruis (1542-1591) een heilige werd in 1726.
Rafaël Kalinowski wordt bij de Ongeschoeide Karmelieten gevierd op 19 november. Hij wordt vereerd als beschermheilige van soldaten en officieren van Polen en ook van Poolse ballingen. Zowel katholieken als Russisch-orthodoxe gelovigen beschouwen Kalinowski als een groot spiritueel leider.