16 mei Heilige Simon Stock 1165-1265

(Engeland 1165 (?) – Bordeaux 16 mei 1265)

Simon, bijgenaamd “Stock” omdat hij gedurende vele jaren in een holle boomstam zou hebben geleefd, is een Engels kluizenaar uit de 13de eeuw. In die tijd verlieten de kluizenaars van Onze Lieve Vrouw van de berg Karmel Palestina en vestigden zich in West-Europa onder de bescherming van de koning van Engeland en de Franse koning St.-Louis. Simon Stock hervormde de orde van een orde van kluizenaars tot een orde van bedelmonniken. Hij wordt geroemd omwille van zijn grote heiligheid en zijn bijzondere godsvrucht tot Maria. De hymne “Flos Carmeli” (Bloem van de Karmel) wordt aan hem toegeschreven. (Lees verder onder de video.)

Men neemt aan dat Simon in Aylesford (Kent) woonde omdat daar in 1247 het eerste generaal kapittel van de Karmelorde buiten het Heilig Land gehouden werd. In 1256 werd hij verkozen tot prior-generaal. Dit was een periode waarin de orde zich niet alleen in Engeland verspreidde , maar in gans West- en Zuid-Europa. Zo stichtte hij ordehuizen in de universiteitssteden Cambridge (1248), Oxford (1253), maar ook in Parijs en Bologna (1260), wat niet alleen gunstig was voor de groei van de orde, maar vooral belangrijk voor de opleiding van jonge monniken.
Hij overleed in Bordeaux en ligt er nog steeds begraven in de kathedraal. In 1951 werden relieken overgebracht naar Aylesford. Het is dan ook in Bordeaux dat in 1435 voor het eerst een liturgische viering ter zijner ere werd gehouden. Sedert 1564 wordt hij in de ganse Karmel-orde herdacht. Simon Stock is de patroonheilige van de Engelse provincie van de Ongeschoeide Karmelieten.

Volgens de traditie zou Simon Stock op 16 juli 1251, na intense gebeden om bescherming van de Orde, een visioen van Maria gehad hebben. Zij overhandigde hem een bruin wollen scapulier met de belofte dat ieder die het zou dragen, zich volledig aan haar toewijdt en vertrouwt op haar bescherming, een bijzondere zegen zal ontvangen. Vanaf de 16de eeuw werd het scapulier ook leken opgelegd die zich verbonden weten met de Orde. Daarna werd het populair en gekoesterd in de ganse Katholieke Kerk, die de devotie voor het bruine scapulier nog steeds aanbeveelt.
Voor de karmelieten blijft het bruine scapulier een teken van de bijzondere bescherming die Maria hen toedraagt. In zijn toespraak tot de Karmel-orde, naar aanleiding van de 750ste verjaardag van het schenken van het bruine scapulier, zei paus Johannes Paulus II het volgende:

“In de loop van de tijd is deze rijke Mariale erfenis van de Karmel, door de verspreiding van de devotie voor het Heilige Scapulier, een schat voor de hele Kerk geworden. Door de eenvoud, de antropologische waarde en zijn relatie tot de rol van Maria tot de Kerk en de mensheid, werd deze toewijding zo diep en breed aanvaard door het Volk van God dat deze leidde tot het instellen van een feestdag op 16 juli op de liturgische kalender van de universele kerk, “het feest van Onze Lieve Vrouw van de berg Karmel”.

 

“Neem dit scapulier, het zal een teken van verlossing zijn, een bescherming in gevaar en een belofte van vrede. Al wie zal sterven met dit habijt bekleed zal gevrijwaard zijn voor het eeuwige vuur”.

 

(Afbeeldingen uit de Gentse Karmelietenkerk)

Uitnodiging tot delen:

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven