15 oktober Heilige Teresa de Jesús (Ávila) 1515-1582

Ávila, 28 maart 1515 – Alba de Tormes, 4 oktober 1582

 
Teresia werd op 28 maart 1515 als Teresa de Ahumada geboren in de Spaanse stad Avila. Zij was de derde van de tien kinderen die haar vader Alonso Sanchez de Cepeda, zoon van een tot het katholicisme bekeerde Jood, in zijn tweede huwelijk met Beatriz de Ahumada kreeg. Haar vader was welgesteld, vroom en streng. Teresia was charmant en sociaal vaardig, ze kreeg een degelijke opvoeding behorend bij haar stand: omgangsvormen, muziek, lezen en schrijven, cultuur, en uiteraard streng katholiek.
 
Toen ze dertien was, overleed haar moeder; drie jaar later stuurde haar vader haar naar het klooster van de augustinessen in Avila zodat die zouden zorgen haar verdere opvoeding. Maar nauwelijks een jaar later keerde Teresia ziek terug naar huis.
 

Teresia trad in 1535, toen zij twintig jaar was, toe tot het karmelietessenklooster van de Menswording te Avila. In dit klooster raakte ze meer en meer vertrouwd met de ‘geestelijke weg’ en de praktijken die daarbij konden helpen, zoals de gebedstijden, de ascese, de boetedoening, de meditatie en het beoefenen van de deugden. Ze schreef: ‘God veranderde de dorheid van mijn ziel in een heel grote tederheid’. Toch was ze er niet tevreden mee. Het bleef haar te oppervlakkig, omdat het een z.g. ‘gematigd klooster’ was, d.w.z. dat de regels er zo vrij waren dat de geest van de vroegere woestijnkloosters waarop de Karmel zich baseert, verloren was; er was te weinig stilte en eenzaamheid. Dat belemmerde Teresia om haar verbondenheid met Jezus voluit te beleven.
 
Gedurende de eerste periode van haar kloosterleven was Teresia vaak ziek en raakte zij herhaaldelijk in crisis. Het was voor haar moeilijk zich te concentreren op God en naar binnen te keren. Een enkele flits van haar verbeeldingsvermogen was voldoende om haar geest rusteloos rond te laten zwerven. Maar in de vasten van 1554 kreeg haar geestelijke weg een nieuwe richting: ze werd getrokken naar het beeld van de lijdende Christus ‘overdekt met wonden’ en werd er intens door geraakt.
 
Zelf zei ze hierover: ‘Nu leeft God in mij. God zij geprezen, dat Hij mij van mijzelf heeft bevrijd!’ Deze ervaring deed haar leven verankeren in God. Haar innerlijk gebed werd een vertrouwelijke omgang met God in de persoon van Jezus: ‘Bidden is omgaan met een vriend van wie wij weten dat hij van ons houdt en met wie wij daarom dikwijls samenkomen om alleen en vertrouwelijk met hem te spreken.’
 

 
Teresia van Avila voelde zich verwant met de Samaritaanse vrouw die de Bron vond in de ontmoeting met Jezus, haar kruik achterliet en haar dorpsgenoten vertelde wat er met haar gebeurd was. Net als de Samaritaanse vrouw wilde Teresia haar medezusters doen delen in haar ervaring, en hun de weg wijzen naar de Bron van Levend Water. Dit verhaal waarin actie en contemplatie bij elkaar kwamen, was voor haar de inspiratiebron waaraan haar hervormingsactiviteiten van de Karmel ontsprongen.
 
In 1562 besloot ze om met enkele medezusters een nieuw klooster te stichten en zo werd Teresia in 1563 de priorin van het eerste klooster van de hervormde Karmel, Sint Jozef (San José). Zij noemde zich vanaf dat moment Teresa de Jesús. In datzelfde jaar schreef ze de constituties voor deze nieuwe orde van ongeschoeide karmelietessen. Deze werden door paus Pius IV in 1565 goedgekeurd.
 

In de jaren na de stichting van Sint Jozef schreef Teresia onder andere de “Weg der Volmaaktheid”. Ook meldde zij vele visioenen en mystieke ervaringen zoals ‘de doorboring van het hart’ (transverberatie). Ondanks aanvankelijke tegenwerking kwam de beweging van de hervormde Karmel, ook wel de ‘Teresiaanse Karmel’ genoemd, tot bloei. In 1567 ontmoette Teresia de jonge karmeliet Juan de la Cruz (Jan van het Kruis). Zij betrok hem in haar hervormingsbeweging; Juan werd tot aan haar dood haar naaste medewerker, en spirituele steun en toeverlaat. Teresia had ondertussen toestemming gekregen van de generale overste van de Karmelorde om meer kloosters te stichten. Er volgden vruchtbare jaren: in totaal stichtte Teresia van Avila met de hulp van Jan van het Kruis zeventien kloosters volgens de hervormde Karmelregel, o.a. in Valladolid, Toledo, Salamanca, Granada en Sevilla. Na toestemming van de paus werden deze karmelietessen in 1580 een zelfstandige tak met een eigen bestuur.
 
Ook Teresia’s geestelijk leven ontwikkelde zich verder in die vruchtbare jaren: in 1577 voltooide zij haar beroemde werk “Kasteel van de ziel“ (ook bekend als “Innerlijke burcht”). Hierin leert de lezer bidden op eenvoudige en tegelijk diepe manier. Elke nieuwe ontwikkeling in het gebedsleven wordt voorgesteld als een kamer in een kasteel, tenslotte komt men uit in de schatkamer, waar God woont en daar de bidder met liefde opwacht en ontvangt.
 
In september 1582 werd Teresia op een van haar reizen ernstig ziek. Op 4 oktober stierf ze in Alba de Tormes, waar zij in de kloosterkerk werd begraven.
 
In 1593 werden ook de ongeschoeide karmelieten een zelfstandige orde, onafhankelijk van de geschoeide karmelieten.
 
Teresia overleed dus op 4 oktober 1582, de laatste dag van de Juliaanse kalender. De volgende dag was het de 15e oktober van de Gregoriaanse kalender, vandaar dat haar gedachtenis op die dag wordt gevierd. Paus Gregorius XV verklaarde Teresia heilig in 1622. In 1617 riep het Spaanse parlement haar al uit tot Patrones van Spanje. In 1970 kreeg zij, samen met Catharina van Siena als eerste vrouwen in de geschiedenis, door paus Paulus VI de titel van Kerklerares (Doctor Ecclesiae) toegekend, vanwege het bijzonder gezag van haar mystieke geschriften.
 

 

Enkele citaten:

“Wees vriendelijk voor allen, maar streng voor jezelf”.
 
“Het belangrijkste deel van het werk van de duivel op aarde is ons te vullen met hoogmoed”.
 
“Ware nederigheid bestaat erin tevreden te zijn met wat ons gegeven is”.
 
“Het belangrijkste voor het gebed is niet veel te denken, maar veel lief te hebben”.
 
“Laat niets je verontrusten, laat niets je beangstigen: wie God heeft, ontbreekt niets. God alleen voldoet”.
 

 

Op de foto’s: Teresa de Jesús in Karmel Gent

  • Helemaal bovenaan en onderaan: haar beeld rechts vooraan in de kerk 
  • Icoon in onze binnenhuiskapel, geschilderd door Joris Van Ael 
  • Houtsnijwerk op de preekstoel in de kerk 
  • Houten beeld bij de ingang van ons klooster 
  • Glasraam in de pandgang

Uitnodiging tot delen:

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven