Gids voor een rondgang in de kerk


Samen met het karmelschild, vind je het getal 1712 op de sierlijke voorgevel van deze kerk: dit is het jaar van de afwerking van de buitenbouw. Deze voorgevel is opgetrokken in witte zandsteen uit Arras, in Brusselse en Balegemse hardsteen. Op de buitendeur van de kerk zie je de medaillons met de afbeelding van de H. Maagd Maria en Sint-Jozef.
 
Alles in deze kerk werd gebouwd en versierd onder de kundige leiding van lekenbroeders-karmelieten. Naast Broeder Leonardus van Langenhove als architect, waren er de talentvolle Broeders Victor De Coster en Andreas van Hurck. Bij de aanvang van de werkzaamheden zijn er perioden geweest dat 60 bouwlieden mee ingeschakeld waren.
 
Het is een basilicale kerk met een driebeukig schip en een tweeledige opstand met gedrukte, rondboogvormige scheibogen, gedragen door tien Toscaanse zuilen. De middenbeuk loopt uit op het sanctuarium met het monumentale hoogaltaar, dat in allerlei marmerkleuren is beschilderd en verguld. In de grafkelder onder dit sanctuarium werden tussen 1711 en 1784 de kloosterlingen en weldoeners van de Karmel begraven, tot dit door Keizer Jozef II werd verboden.
 
Uit het hele meubilair met zijn afbeeldingen spreekt de zorg om de eenvoudige gelovige, die naar de kerk was teruggekeerd, te boeien met een vernieuwde voorstelling van het geloof door middel van symbolen, allegorische figuren en expressieve heiligenbeelden.
 
De dubbele portaaldeur achteraan is in de 19e eeuw verworven. Ze is afkomstig uit de jezuïetenkerk van Doornik. Links en rechts in ovalen medaillons: de H. Profeet Elia en de H. Teresia van Avila. Deze werden, samen met het Karmelschild, waarschijnlijk toegevoegd bij de plaatsing van de deur.
 
De preekstoel, uit echte eik, bevat onderaan de voorstelling van de marteldood van de heilige karmeliet Angelus van Sicilië (+1220). Ook hier merk je de H. Teresia van Avila in een rond medaillon.
 
Boven het hoogaltaar, onder het gewelf, hangt een kunstig gesneden troonhemel. Je ziet er Sint-Jozef, medepatroon van deze kerk en van het klooster. Hij staat er verheerlijkt naast het Kind Jezus. Aan beide zijden zetelen de H. Pausen Telesphorus en Dionysius, vroeger in de liturgisch kalender van de Karmelorde opgenomen.
 
Lager en tussen grote zuilen, staan er twee beelden, stijl Louis XIV: links de vurige Profeet Elia met het vlammende zwaard en rechts de H. Joannes van het Kruis met een adelaar aan zijn voeten, symbool van zijn hoge mystieke vlucht. De vier halfverheven voorstellingen van de evangelisten, met eigen symbolen, herinneren er je aan dat Jezus Christus richting en bezieling aan je leven wil geven. Je ziet Matteüs: mens; Marcus: leeuw; Lucas: os; Johannes: adelaar.
 
Centraal boven het hoogaltaar hangt het schilderij “Bescherming van Sint-Jozef” of “Voorspraak van Sint-Jozef” van de hand van Victor Janssens (1658-1736). Het toont o.a. de H. Drie-eenheid, O.L.Vrouw, Sint-Jozef, de H. Teresia van Avila, de H. Joannes van het Kruis, de H. Leopoldus III en – onderaan rechts – aartshertog Leopold van Oostenrijk, gouverneur van de Nederlanden (1647-1655), weldoener van de Gentse Karmel.
 
Onze kerk is – voor zover bekend – de enige die (met Sint-Jozef) toegewijd is aan de H. Leopoldus III (1073-1136), markgraaf van Oostenrijk; hij werd in 1485 heilig verklaard en in 1663 aangesteld tot patroon van de Oostenrijkse erflanden. Het marmeren altaarblad werd geschonken door koning Albert I, ter gelegenheid van een eerdere restauratie in 1912.
 
Links en rechts van het sanctuarium: twee beelden in Franse steen (1872) van J.-B. Van Biesbroeck. Vooreerst het beeld van Sint-Jozef met de wapenschilden van de hervormde Karmel en van bisschop Mgr. H.F. Bracq, die het namens paus Pius IX gekroond heeft; vervolgens het beeld van de H. Teresia van Avila met het wapenschild van Teresia’s Spaanse familie.
 
Boven het altaar in de linkerbeuk vooraan: beeld in klokkenspijs van O.L.Vrouw-ter-Bladeren. Het behoorde oorspronkelijk aan koningin Maria de’ Medici en sinds 1642 aan de zusters karmelietessen van Gent. In 1844 schonken deze het dan aan de karmelieten uit dankbaarheid om de gastvrijheid genoten na een brand. Verder zie je boven dit altaar ook een schilderij waarop de H. Teresia van Avila bidt tot de Moeder Gods voor de bevrijding van de zielen uit het vagevuur. Links opzij, een schilderij van Gaspar de Crayer (1584-1669): “De H. Simon Stock ontvangt het scapulier”.
 
Langs de wanden van de linker- en rechterbeuk: acht biechtstoelen met levensgrote zinnebeeldige figuren, symbolen en passende teksten; in de lambrisering zijn 48 medaillons aangebracht met daarin de afbeelding van allerlei heiligen, waarbij deze van de apostelen (achteraan) het krachtigst geprofileerd zijn. De kruisweg in 14 staties werd aangebracht in 1858.
 
Linkerbeuk achteraan: schilderij van Theodoor Boeyermans (1620-1678): “Visioen van de H. Magdalena de’ Pazzi”, karmelietes (+1607). Tegenover de laatste biechtstoel bij de zuil: beeld van het Kind Jezus van Praag (Matthias Zens). Twee schilderijen boven de zijdeuren van het portaal: “Kerstmis” en “De vlucht naar Egypte”.
 
Op het doksaal bevindt zich het orgel. Oorspronkelijk werd het als demonstratieorgel gebouwd door Pierre (en François) Schyven (1827-1916) in het kader van de Wereldtentoonstelling van 1897 in het Brusselse Jubelpark. Het werd toen door de prior van Gentse karmelieten aangekocht voor onze kerk. Het is erkend als “erfgoed”, kunstpatrimonium. Het geniet internationale bekendheid en is bijzonder geschikt voor (concert-)uitvoering van romantische orgelwerken.
 
Rechterbeuk achteraan: schilderij van Gaspar de Crayer: “Aartshertog Leopold biedt het plan van de kerk ter goedkeuring aan O.L. Vrouw aan”.
 
Boven het sacramentsaltaar in de rechterbeuk: schilderij van Nicolaas De Liemaeckere (1575-1645) of van Gaspar de Crayer: “Marteldood van de H. Barbara, patrones van een goede dood”. Rechts opzij: nog een schilderij van Gaspar de Crayer: “De overhandiging van de bul van het scapulier”.
 
Bewonder nog even het enig mooie, barokke snijwerk van de communiebank, met tal van bijbelse symbolen, die een verre aankondiging of concrete verwijzing inhouden naar de eucharistische maaltijd. Het middelste deel ervan werd ingewerkt in de altaartafel, vooraan in het sanctuarium: de verrezen Jezus met de Emmaüsgangers aan tafel bij het breken van het brood.
 

Uitnodiging tot delen:

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven