Verheugt u, gij die de Heer aanhangt, Blijft altijd Zijn aanschijn zoeken.
Wij mogen waken bij de Heer uit dankbaarheid voor Zijn waken voor ons, in de olijfhof en nu deze avond, want Hij bidt altijd voor ons. Hij is bron van liefde en leven. We overwegen → de mysteries van het Licht
Van Pasen 1896 tot aan haar dood eind september 1897 beleeft Thérèse haar donkere nacht. Een gedachte aan de hemel wat haar voordien zoveel vreugde bezorgde, wordt nu voor haar een kwelling. Haar geloof en haar hoop worden tot het uiterste beproefd en zij heeft die beproeving ten einde toe doorstaan. Maar terwijl geloof en hoop het zo zwaar te verduren kregen, is haar liefde blijven toenemen. Het is haar verlangen om de Heer liefde voor liefde te geven dat zich met een nieuwe intensiteit aan haar opdringt tijdens haar laatste persoonlijke retraite september 1896, een jaar dus voor haar dood. Plots voelt zij in zich het verlangen toenemen om voor haar Welbeminde dwaasheden te doen:
‘Ik voel de noodzaak, het verlangen om voor U, Jezus, alle meest heldhaftige werken te volbrengen… ik voel in mij de moed van een kruisvaarder, een pauselijke zoeaaf.’ Zij wou priester zijn, apostel, kerkleraar. ‘maar bovenal verlang ik, o mijn Welbeminde Verlosser, mijn bloed te vergieten voor U tot aan de laatste druppel.’ En zij zou dan nog alle soorten martelaarschap tegelijk willen ondergaan. Maar als ze bedenkt wat Paulus zegt: dat de meest verheven gaven niets zijn zonder de liefde, zegt zij: ‘Als de Kerk een lichaam is samengesteld uit verschillende organen, dan moet het een hart hebben, het meest noodzakelijke en meest nobele van alle.’
Voor haar is het dan voldoende om een hart te zijn dat Jezus tot het dwaze toe liefheeft om zeer nuttig te zijn voor de kerk, vermits het de liefde is die de ledematen tot handelen aanzet: ‘ja, ik heb mijn plaats gevonden in de Kerk en die plaats, o mijn God, hebt U mij gegeven. In het hart van de kerk, mijn Moeder, zal ik de Liefde zijn… zo zal ik alles zijn… zo zal mijn droom werkelijkheid worden.’
Zij schrijft liefde met een hoofdletter zoals zij dikwijls doet bij woorden die haar belangrijk lijken. In tegenstelling met het geloof en de hoop is de liefde eeuwig. Door in haar hart het niveau van haar liefde voor Jezus te doen toenemen, zal zij op een efficiënte manier de ledematen van de Kerk helpen om beter hun roeping te beleven. En hoe zal zij die liefde vruchtbaar maken? Zoals ze altijd deed: door midden vreugde en verdriet haar innerlijke lofzang en glimlach voor Jezus te vermenigvuldigen. Lofliederen en dat glimlachen vergelijkt ze met de rozenblaadjes die zij in haar jeugd graag naar het Allerheiligste Sacrament gooide tijdens de processie of naar het grote kruisbeeld in het midden van het klooster met de novicen tijdens de avondrecreatie.
‘Ja, mijn Welbeminde, zie hoe mijn leven zich zal verteren… ik heb geen ander middel om U mijn liefde te bewijzen dan bloemen te gooien, d.i. geen enkel kleine offertje te laten ontsnappen, geen blik, geen woord. Profiteren van alle kleine dingen en ze doen uit liefde… ik wil lijden uit liefde en zelfs genieten uit liefde: zo zal ik bloemen gooien naar uw troon, ik zal er geen enkele tegenkomen zonder ze te ontbladeren voor U. Terwijl ik mijn bloemen gooi zal ik zingen (zou men kunnen wenen als men zoiets vreugdevols doet?), ik zal zingen zelfs als ik mijn bloemen moet plukken te midden van de doornen en mijn zang zal nog melodieuzer zijn als de doornen langer zijn en meer prikken.’
Wat haar in deze retraite fascineert is de mogelijkheid om efficiënt gans de kerk te helpen door zich tevreden te stellen elke dag aan Jezus een zo groot mogelijk aantal akten van liefde aan te bieden, in de zekerheid dat Jezus ze op Zijn goddelijke wijze zal vergelden.
Aan Léonie schreef ze: ‘laten we Jezus zegenen met onze blik en door één enkel haartje, d.i. door het grootste en het kleinste wat er is. Laten we Hem niet het minste offertje weigeren. Alles is zo groot in onze godsdienst… een spelt oprapen uit liefde kan een ziel bekeren! Welk een mysterie! Ach, het is Jezus alleen die zo’n waarde kan geven aan onze akten’.
Thérèse: Mijn Jezus, ik heb U lief! Ik hou ook van mijn Moeder, de Kerk en ik herinner mij dat de kleinste beweging van zuivere liefde haar meer van nut is dan alle andere daden bij elkaar. O Goddelijk Woord, u die ik liefheb en die mij zo boeit. U bent naar dit ballingsoord gekomen en hebt willen lijden en sterven om de zielen mee te trekken tot in de eeuwige vuurhaard van de gelukzalige Drie-eenheid. U bent weer opgestegen naar het ongenaakbare licht dat voor altijd uw verblijf zal zijn. Toch blijft u aanwezig in dit tranendal, verborgen onder de gedaante van een witte hostie. O Heer, uw wil mij, uw klein wezentje, voeden met uw goddelijk Wezen, ik die in het niet zou verdwijnen als uw goddelijke blik mij niet ieder moment het leven zou schenken.
Enkele gebedsteksten van de heilige Teresa de los Andes:
Jezus, U alleen bent mooi; U alleen kunt mij vreugde bezorgen. Ik roep U aan. Ik ween bij U. Ik zoek U in mijn ziel. Ik verlang dat U mij innerlijk bewerkt, breekt en kneedt om een zuivere hostie te zijn waar U kunt rusten. Ik wil dorsten naar liefde opdat andere zielen die liefde zouden bezitten. Mocht ik voor de schepselen en aan mijzelf sterven, opdat U in mij zou leven! Wij kunnen niets goed, mooi, waar bedenken dat niet in U is. In U is de wijsheid, waarvoor niets verborgen is, de macht, waarvoor niets onmogelijk is, de gerechtigheid die U mens deed worden om zonde en wanorde weer goed te maken. In U is de barmhartigheid die nooit ophoudt te vergeven, de liefde die heel de tederheid in zich draagt van een moeder, van broers, van de bruidegom. Wat ontdekken wij in het Evangelie anders dan een goed, zacht, teder, medelijdend hart, uw goddelijk Hart?
Een echte bruid houdt van haar bruidegom en wil hem in niets tegenwerken; zo wil ik in alles U behagen. Ik wil in alles Uw wil vervullen, als was het die van mij, ook al is die kruisigend of tegengesteld aan mijn oordeel en opvatting. Zo wil ik U liefhebben. Als ik moeilijkheden tegenkom zal ik eraan denken dat U naar mij kijkt, dat U mijn weerstand ziet om te handelen en mijn liefde meet om die te belonen. Op pijnlijke momenten wil ik eraan denken dat U oneindig veel van mij houdt, dat U met mij bezig bent alsof er geen ander schepsel op aarde bestond; dat U mij ondersteunt opdat ik zou leven.
De passie van Uw liefde heeft U mens doen worden, opdat wij niet bang zouden zijn om tot U te naderen. Vanuit Uw passie bent U brood geworden om onze nietigheid te kunnen aannemen en te doen verdwijnen in Uw oneindig wezen.
Mysteries van het Licht
1ste mysterie van het Licht: Jezus’ doop in de Jordaan : Jezus daalt af in het diepste puntje van de aarde om naast ons te komen staan in onze menselijke ellende. Hij werd solidair met de mens waar hij het verst van God verwijderd is geraakt. Bidden wij om ondersteuning voor mensen met verdriet en pijn.
2de mysterie van het Licht: De bruiloft te Kana: Door tussenkomst van Maria, verandert Jezus water in wijn en opent Hij het hart van zijn leerlingen voor het geloof. Daarmee maakte Hij een begin van de tekenen. We mogen aan Maria ons leed, ons verdriet, onze pijn en onze verlangens toevertrouwen en dan doen wat Jezus zal zeggen. Dan schenkt Hij nieuwe wijn van liefde en verbondenheid.
3de mysterie van het Licht: Jezus’ prediking in Galilea: ‘De tijd is vervuld, Gods koninkrijk is nabij: bekeert u en gelooft in de blijde boodschap.’ Bidden wij om de bezieling van de heilige Geest voor mensen in dienst van de verkondiging en voor onszelf, opdat wij woorden van waarheid spreken.
4de mysterie van het Licht: De gedaanteverandering van Jezus op de berg: Jezus straalt van goddelijke heerlijkheid en de stem van de Vader weerklinkt: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, luistert naar Hem.’ Zo worden de leerlingen bemoedigd om in uren van beproeving stand te houden in hun geloof. Vragen we aan Maria om te leren luisteren naar de Heer en om de genadevolle momenten in ons leven te blijven gedenken.
5de mysterie van het Licht: Jezus geeft Zichzelf in de heilige Eucharistie: In elke hostie schenkt Jezus zichzelf aan ieder van ons persoonlijk. We krijgen in Hem een leven dat zonder ophouden bidt, dankt, liefheeft alsof Hij niemand anders had op deze wereld om lief te hebben. Ook een stukje van zijn kruis schenkt Hij aan ieder persoonlijk. Vragen wij aan Maria om ons helemaal aan de Heer te kunnen geven wanneer wij Hem ontvangen in de communie.