.Teksten van de Karmelitaanse gebedsavond van 5 maart 2020
Schep in mij een zuiver hart mijn God, geef mij weer een vastberaden geest.
Wij krijgen 40 dagen tijd om naar de Heer op te kijken, om te luisteren naar zijn Woord en ons toe te leggen op het bidden. De avond voor zijn lijden vroeg Jezus aan zijn apostelen met Hem te waken. Proberen we dan om met ons hart bij de Heer te zijn. Wij overwegen de → droevige geheimen van de rozenkrans.
Onderricht van de heilige Teresa van Avila

Naar ik meen is innerlijk bidden niets anders dan omgaan met een vriend: je weet je door hem bemind, je bent vaak met hem alleen, je spreekt met elkaar van hart tot hart. Maar bemin je Hem nog niet of kan je Hem nog niet beminnen zoals Hij jou liefheeft, blijf dan toch graag bij Hem, hoe pijnlijk het ook is. Vooral als je ziet hoe waardevol zijn vriendschap voor je is en hoezeer Hij jou bemint. Ik zag dit klaar en duidelijk bij mijzelf. Probeer in Christus’ tegenwoordigheid te blijven zonder het verstand te vermoeien. Laten we trachten het verstand te boeien door onze blik te richten op Hem die naar ons kijkt, door Hem gezelschap te houden, met Hem te spreken, tot Hem te bidden en ons voor Hem te vernederen. Laten we het verstand boeien door van zijn tegenwoordigheid te genieten en eraan te denken dat we bij Hem zijn, zonder het te verdienen. Wie dit doet, al is het maar bij de aanvang van het gebed, zal er veel bij winnen. Deze manier van bidden leidt tot snelle vorderingen. Zo was het tenminste voor mijn ziel. Geloof me, vermijd zoveel je kunt je van zo’n goede vriend te verwijderen. Indien je er een gewoonte van maakt Hem naar je toe te halen, als Hij ziet dat je Hem met liefde roept en alleen maar leeft om Hem voldoening te schenken, dan zal je Hem op de duur nooit meer kwijt raken. Hij zal je nooit alleen laten, Hij zal je helpen bij al wat je doet. Overal zal Hij bij je zijn. De nederigheid van deze Koning is zo groot dat Hij het gestamel van een schamele kleine herder verkiest boven het welgemanierd geredeneer van grote geleerden indien dit niet gepaard gaat met nederigheid. O jullie die het moeilijk hebben om met het verstand te redeneren of aandachtig te zijn zonder verstrooid te raken.
Neem die gewoonte aan. Bedenk: ik ben ervan overtuigd dat je ertoe zult komen. Ik weet dat de Heer ons niet zover verlaat dat Hij weigert ons gezelschap te houden als wij het Hem nederig vragen. We kunnen leren leven in de nabijheid van deze ware Meester. Ik vraag niet om veel te redeneren, ik vraag je slechts naar Hem te kijken. Wie verhindert je de ogen van je ziel naar de Heer op te slaan, al was het maar voor een enkel ogenblik, indien je er niet langer bij stil kunt blijven? Je bent in staat naar lelijke dingen te kijken, waarom dan niet naar het mooiste wat je je maar kunt voorstellen? Dochters, nooit verliest jullie Bruidegom je uit het oog. Van jullie kant heeft Hij duizend lelijke en weerzinwekkende dingen verdragen die tegen Hem gericht waren en dat volstond niet opdat Hij zijn blik zou afwenden. Hij houdt er zo aan dat wij vaak naar Hem kijken, dat Hij niet nalaat ons hierbij te helpen. Ben je bedroefd of treurig gestemd, beschouw Hem dan op weg naar de olijfhof. Wat een diepe smart in zijn ziel, daar Hij het uit en zich erover beklaagt, Hij die het uithoudingsvermogen zelf is. Je kunt Hem ook beschouwen gehecht aan de geselkolom één en al lijden, zijn lichaam verscheurd uit liefde tot jou. Verkleumd van kou is Hij zo alleen, dat je elkaar kunt troosten, de een de ander. Hij zal naar je kijken, Hij met zijn mooie ogen vol tranen en zo vol medelijden. Hij zal zijn eigen leed vergeten om jou te troosten. Dit doet Hij alleen opdat jij vertroosting zou zoeken bij Hem en je je hoofd zou wenden om Hem aan te zien. Komen we er in één jaar niet toe, besteden we er dan méér jaren aan. We moeten geen spijt hebben over de tijd die we zo nuttig gebruiken. We kunnen ons deze gewoonte eigen maken en leren leven in de nabijheid van deze ware Meester.
Ik begrijp niet, mijn Schepper, waarom niet iedereen naar die innige vriendschap streeft, waardoor men U dichter kan naderen. Zij die verkeerd doen en zo anders ingesteld zijn dan U, worden goed als ze uw aanwezigheid verdragen, al was het maar twee uur per dag. Ook al zijn ze bij U, net als ik het was, vol van duizend beslommeringen en wereldse gedachten. In ruil voor de moeite die ze zich getroosten, om in zo’n gezelschap te vertoeven belet U, Heer, de aanvallen van de duivel, zodat hij elke dag minder tegen hen vermag. Van U ontvangen ze de kracht hem te overwinnen. O Leven van alle leven, U geneest naar lichaam en ziel.
Hoe waar is het dat U verdraagt wie uw aanwezigheid duldt! Wat een goede vriend bent U, mijn Heer! U troost en laat toe, en U wacht geduldig tot men meer uw gezindheid aanneemt. Ondertussen verdraagt U de onze! U, Heer, houdt rekening met de ogenblikken waarop men U liefheeft. Omwille van een weinig berouw vergeeft U wat men misdeed tegen U.
Mijn Heer en mijn opperste Goed, verkeert U dan in zo’n grote nood dat U het armzalig gezelschap dat het mijne is duldt. Dat ik op uw aangezicht mag lezen hoe mijn aanwezigheid U getroost heeft. Hoe is het mogelijk Heer dat de engelen U alleen laten en dat zelfs uw vader U niet troost? Als het waar is, Heer, dat U alles wil doorstaan voor mij, welke waarde heeft dan wat ik voor U verduur? Waarover heb ik me te beklagen. Beschaamd als ik U in zo’n toestand zie, wil ik al het lijden dat mij overkomt verdragen en het als een grote weldaad aanzien om U in iets na te volgen. Laten we samen gaan, Heer: waarlangs U gaat wil ook ik gaan. Alles wat U doorstaan hebt, moet ook ik doorstaan.
Als God onze Vader is, dan moet Hij ons verdragen, hoe ernstig onze beledigingen ook zijn. Hij moet ons vergeving schenken wanneer wij naar het voorbeeld van de verloren zoon tot Hem terugkeren; Hij moet ons troosten in onze droefheid, Hij moet voorzien in ons levensonderhoud en dit op een manier die zo’n Vader waardig is, een Vader van wie de goedheid die van alle vaders op aarde overtreft. Er kan immers in Hem niets anders zijn dan het volmaakt goede. En bovendien moet Hij ons met U tot erfgenamen maken.
Droevige geheimen
1ste droevige geheim: Jezus bidt in doodstrijd tot de Vader: Zijn zweet wordt bloed. Jezus ziet zichzelf beladen met de schuld van allen en voelt zich geheel alleen, verlaten door zijn leerlingen. Hij heeft de troost van een engel nodig. Moge onze aanwezigheid voor Hem een troost zijn en bidden wij voor allen die vanuit pijnlijke situaties nood hebben aan inzicht, bekering en overgave.
2de droevige geheim: Jezus wordt gegeseld: Hij wordt van zijn kleren ontdaan en de soldaten gaan tegen Hem tekeer totdat Hij één open wonde is geworden. Met zijn bloed wil Jezus ons bedekken, met zijn wonden wil Hij ons genezen. Bidden wij voor mensen die slachtoffer werden van misbruik, uitbuiting, marteling, vernedering, dat zij in hun waardigheid mogen worden hersteld.
3de droevige geheim: Jezus wordt met doornen gekroond: Hij wordt gehoond, bespot en geslagen. Gekroond met doornen straalt Hij nog zachtheid uit: zie daar de mens. Zijn doornenkroon doorprikt en overwint onze hoogmoed. Bidden wij om de gave van nederigheid voor wie zich vastklampen aan eigenwijsheid en macht.
4de droevige geheim: Jezus draagt zijn kruis: Door het kruis te omarmen omarmt Jezus ons allen. Door zijn kruis te dragen overwint Hij ons kwaad. Door zijn herhaaldelijk vallen, kan Hij ons telkens weer recht helpen. Het waren onze ziekten die Hij op zich nam en onze smarten die Hij heeft gedragen. Bidden wij voor hen die zware lasten moeten dragen en het niet meer aankunnen.
5de droevige geheim: Jezus wordt gekruisigd: Hij werd gestraft, ons bracht het vrede en door zijn striemen is er voor ons genezing. Jezus vraagt de Vader vergeving voor ons allen en Hij schenkt ons zijn Moeder. Bidden wij voor mensen met wie wij in deze 40 dagen bijzonder begaan zijn dat het water en het bloed uit Jezus’ zijde voor hen een bron mag zijn van vergeving en nieuw leven.