De leerlingen waren vervuld van vreugde, Alleluia, bij het zien van de Heer, Alleluia.
Met de leerlingen van Emmaus blijven wij bidden: Blijf bij ons, Heer, want het wordt avond en de dag loopt ten einde. Dankbaar voor wat Hij voor ons heeft gedaan en geleden, houden wij ons geloof wakker, open voor zijn liefde. Eerst overwegen wij → de glorierijke geheimen
Johannes van het Kruis:
In deze paastijd gaan we met Maria Magdalena en de leerlingen op zoek naar de Heer. Dat wij zoeken naar God betekent dat wij al iets van Hem hebben mogen ervaren, zoals Johannes van het kruis schrijft:
Met de druppel die wij van God in dit leven konden proeven, moeten wij onze dorst naar Hem levend houden.
Tijd voor gebed kan een manier zijn om deze dorst naar God levend te houden, want die dorst wordt gemakkelijk verdrongen door het verlangen naar andere dingen. We mogen tot God leren roepen:
“Waar houdt Gij U verborgen, Beminde? Ik liep en riep U na en U waart spoorloos.”
Zo klaagt Juan en hij leert ons hoe ons bidden moet voortspruiten uit een hart dat echt liefheeft:
“Bidden vraagt een hart dat duurzaam bij God kan verblijven. Mensen kunnen tot God roepen, maar zonder dat hun hart helemaal bij Hem is. Daarom heeft hun vragen voor God a.h.w. niet zo’n grote kracht. Daarom verkrijgen zij niet meteen wat zij vragen. Zij moeten doorgaan met bidden, totdat hun hart duurzamer bij God verblijft. Want van God verkrijgt men niets tenzij door liefde”,
zo schrijft hij. En hij vervolgt:
“Voor wie echt liefheeft is de afwezigheid van de Beminde oorzaak van voortdurend zuchten. Buiten Hem immers houdt zij van niets, in niets vindt zij ontspanning of verkwikking. De echte minnaar van God kan men dus hieraan herkennen, dat hij zich met niets anders laat tevreden stellen dan met God. Maar waarom spreek ik van ‘tevreden stellen’? Wel, al zou de ware minnaar ook alles bezitten, dan zou hij nog niet tevreden zijn. Eerder is hij minder voldaan naarmate hij meer bezit. De voldoening van het hart is immers niet te vinden in het hebben van dingen, maar in het vrij zijn van alles en in armoede van geest.”
En verder is er nog deze gekende passage waar Juan ons leert om zoals Maria eenvoudig onze nood onder de aandacht van God te brengen:
“als iemand die op discrete wijze liefheeft, is hij er niet op uit te vragen wat hem ontbreekt en wat hij verlangt, maar hij zorgt ervoor zijn nood onder de aandacht van de Beminde te brengen, opdat Deze doet wat dienstig is. Zo deed Jezus’ moeder, toen zij op de bruiloft te Kana haar beminde Zoon niet rechtstreeks om wijn vroeg, maar Hem enkel zei: Ze hebben geen wijn meer. Zo deden ook de zusters van Lazarus, die geen boden naar Hem stuurden om Hem te vragen hun broer te genezen, maar alleen om Hem te zeggen dat Hij eraan zou denken dat diegene die Hij liefhad nu ziek was. En dit om deze drie redenen: Vooreerst omdat de Heer beter weet dan wij wat ons toekomt. Verder omdat de Beminde dieper medelijden heeft, als Hij de nood en de berusting ziet van degene die Hem liefheeft. Tenslotte is het voor de ziel veiliger haar aandacht te richten op het feit dat haar iets ontbreekt, dan te vragen om datgene wat zij meent dat haar ontbreekt. Dit met betrekking tot de eigenliefde en de drang naar het hebben.”
Zo leert Juan ons bidden vanuit een hart dat liefdevol zoekt naar de Beminde en met een vertrouwen en een overgave die recht doet aan de voorzienige zorg van onze God.
Aanbidding. Gebedsteksten van zuster Elisabeth
Jezus, mijn welbeminde, wat is het heerlijk om U lief te hebben, om U toe te behoren, om U te bezitten als Enig Alles! Ach, nu U elke dag in mijn hart komt, laat onze vereniging nog intiemer zijn. Laat mijn leven één onophoudend gebed zijn, één lange acte van liefde. Moge niets mij van U verwijderen, geen lawaai, geen verstrooidheden. Ik zou zo graag willen leven met U in de stilte. Maar wat ik boven alles liefheb is Uw wil te doen.
Laat mijn hart Uw klein Betanië zijn. Kom er dan rusten, ik hou zoveel van U. Ik zou U willen troosten en draag mijn leven aan U op, alles voor U, met U. Ik aanvaard bij voorbaat alle offers, alle beproevingen, zelfs de beproeving U niet meer bij mij te voelen. Ik vraag U alleen maar dit: altijd edelmoedig te blijven en trouw; Ik verlang Uw wil volmaakt te volbrengen en altijd aan Uw genade te beantwoorden. Ik verlang heilig te zijn met U en voor U, maar ik voel mijn onmacht en vraag U: wees Uzelf mijn heiligheid.
Ik ben Uw kleine verwende, zoals U mij zegt, maar misschien komt spoedig de beproeving en dan zal het aan mij zijn om U veel te geven. Jezus, het zijn niet Uw gaven die ik zoek of de vertroostingen waarmee U mij overlaadt. Nee, ik zoek alleen maar U. Ondersteun mij altijd, neem mij meer en meer in Uw bezit; dat alles in mij U mag toebehoren; verbrijzel, ruk uit, alles wat U mishaagt opdat ik helemaal van U mag zijn. Elk kloppen van mijn hart is een acte van liefde voor U. Mijn Jezus, mijn God, wat is het zalig U lief te hebben en helemaal de Uwe te zijn.
O heilige Geest, ontsteek mijn ziel met uw vurige, reine vlammen, verteer haar met Uw goddelijke liefde, U die ik elke dag aanroep! Geest van God, schitterend licht, U die mij overlaadt met Uw gunsten, die mij overspoelt met genietingen, neem heel mijn wezen op in Uw vuur. U die mij mijn roeping geeft, o leid me naar die intieme innerlijke vereniging, naar dat leven helemaal in God, waar ik zo naar verlang. Op Jezus alleen stel ik mijn hoop. Laat mij, levend in de wereld, enkel Hem zien, enkel Hem verlangen, die mijn Liefde is en mijn Vriend! Heilige Geest, Goedheid, opperste Schoonheid, U die ik aanbid, U die ik bemin, verteer in Uw goddelijke vlammen, én dit lichaam, én dit hart en deze ziel, deze bruid van de Drie-eenheid die enkel verlangt hun wil te doen.
Glorierijke geheimen
1ste glorierijke geheim: Jezus verrijst uit de doden en verschijnt aan zijn leerlingen: Hij staat plots in hun midden, toont hen zijn wonden en zegt: vrede zij u. De Heer is ook hier in ons midden, Hij hoort ons bidden. Met zijn vrede wil Hij ons hart genezen van angst en schuld. Bidden wij bidden voor allen die nood hebben aan diepe vrede.
2de glorierijke geheim: Jezus stijgt op naar de hemel: Hij is heengegaan om voor ons een plaats te bereiden en om dan terug te komen en ons bij Zich op te nemen. Hij blijft onze belangen bij God behartigen. Hij vraagt in de stad te blijven totdat wij met kracht uit den hoge zullen zijn toegerust. Mochten wij elkaar helpen om eensgezind te volharden in het gebed.
3de glorierijke geheim: De heilige Geest daalt neer over de apostelen Bange leerlingen, werden vrijmoedige verkondigers, die meer gehoor geven aan God dan aan mensen. Moge het vuur van de Geest onze harten zuiveren en moge Hij zijn wonderen hernieuwen in de kerk, in onze gemeenschappen.
4de glorierijke geheim: Maria wordt ten hemel opgenomen: In haar hart heeft Maria ook ons allen meegenomen naar de hemel. Moge Zij ons genaden bekomen van bevrijding opdat God in ons Zijn werk zou kunnen doen.
5de glorierijke geheim: Maria wordt gekroond in de hemel: Paulus schrijft: ik ben ervan overtuigd dat het lijden van deze tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid waarvan ons de openbaring te wachten staat. En Maria zingt: Van heden af prijst elk geslacht mij zalig, omdat Hij die Machtig is, grote dingen aan mij deed. De eersten zullen de laatsten, de laatsten zullen de eersten zijn. Maria is koningin, wij mogen haar onze intenties toevertrouwen.